- niet
- niet1{{/term}}I 〈de〉 〈meestal nietje〉1 [metalen beugeltje] agrafe 〈v.〉2 [klinknageltje] rivet 〈m.〉3 [m.b.t. een loterij] numéro 〈m.〉perdant♦voorbeelden:3 een loterij zonder nieten • une loterie où tout le monde gagneII 〈het〉1 [het niet zijn] néant 〈m.〉♦voorbeelden:1 in het niet verzinken (bij) • pâlir (devant)te niet doen • abolirte niet gaan • disparaître————————niet2{{/term}}〈bijwoord〉1 [ontkenning] 〈met werkwoord〉 ne … pas ⇒ 〈voor onbepaalde wijs〉ne pas … 〈zonder werkwoord〉 non2 [toch, immers] pourtant♦voorbeelden:1 ik hoop van niet • j'espère que nonis 't niet? • pas vrai?ik kan niet komen • je ne peux pas venirals ik me niet vergis • si je ne me trompeik ook niet • moi non pluswaarom niet? • pourquoi pas?niet alleen …, maar ook • non seulement …, mais (encore)het betaalt goed, daar niet van • ça paie bien, là n'est pas le problèmedan niet! • tant pis!niet eens • même pasniet slecht • pas malvolstrekt niet • pas du toutniet dat … • ce n'est pas que …het is lekker, of niet? • c'est bon, n'est-ce pas?2 heb ik het je niet gezegd? • je te l'avais bien dit!hoe vaak heb ik niet gedacht … • j'ai bien souvent pensé …wat heb ik hen niet dikwijls gewaarschuwd • et pourtant je les ai souvent avertisniet waar? • n'est-ce pas?————————niet3{{/term}}〈onbepaald voornaamwoord〉1 (ne …) rien♦voorbeelden:1 dat is niet meer dan een suggestie • ce n'est qu'une suggestionvoor, om niet • 〈gratis〉 pour rien; 〈tevergeefs〉 en vain
Deens-Russisch woordenboek. 2015.